


Nicolò Barabino: religieuze kunst en olijfolietraditie
De Madonna dell’Olivo, het motief van het beroemde schilderij ‘Quasi oliva speciosa in campis’ van Nicolò Barabino, lijkt alle bezoekers van ons olijfoliemuseum te zegenen. Deze reproductie behoorde aan het begin van de twintigste eeuw toe aan notaris Francesco Locci en is uitgevoerd in oleografie, een 19e-eeuwse lithografische druktechniek.

In 1887 presenteerde Barabino het oorspronkelijke werk op de Nationale Tentoonstelling van Venetië, vergezeld van het Latijnse bijbelvers ‘Quasi oliva speciosa in campis’ – ‘Als een majestueuze olijfboom op de vlakte’. Oorspronkelijk wilde de kunstenaar het schilderij, conform de wens van zijn moeder, schenken aan de kerk van Cella, maar de tentoonstelling in Venetië trok de aandacht van koningin Margherita, die besloot het werk te kopen en naar Rome te laten overbrengen.
Het originele doek ging helaas verloren, maar Barabino maakte een tweede versie, die hij schonk aan de kerk van Sampierdarena. Tot op de dag van vandaag is dit geliefde en vereerde beeld daar nog steeds te bewonderen.
De techniek van de oleografie bootst het uiterlijk en de textuur van olieverfschilderijen na en wekt zo de indruk van een met de hand geschilderd werk. Het proces begint met een lithografie, een afdruk op steen of op een metalen plaat. Daarna worden meerdere lagen oleografische inkt – een mengsel van pigmenten, oliën en harsen – opgebracht. Deze lagen worden in de richting en stijl van de oorspronkelijke penseelstreken over elkaar gelegd, zodat het kunstwerk getrouw wordt gereproduceerd.
Dankzij deze techniek kan ons Olijfoliemuseum een werk tonen dat het geloof en de olijfolietraditie van de familie Locci viert, en krijgen bezoekers de gelegenheid het artistieke talent van Nicolò Barabino te bewonderen en te waarderen
